62. Overleving in plaats van verwerking bij trauma?

Hoe kan therapie genezen 62.

Er zijn heel wat verschillende methoden ontwikkeld om trauma’s te verwerken, zoals ik al eerder liet zien (zie bv blog 47 en 51). Veel van deze therapieën berusten volgens Ruppert (2012) echter eerder op overlevingstechnieken dan op verwerking van het trauma. Hij noemt daarbij technieken als ademhalingsoefeningen, imaginatietechnieken en NLP.

Ook het gebruik van reguliere medicatie of homeopathische middelen rekent hij onder overlevingstechnieken, c.q. symptoombestrijding. En ik denk dat slaap en genoeg rust nemen zoals Merckelbach (blog 56) adviseerde daar ook onder valt. Deze technieken kunnen zeker helpen om traumagevoelens tijdelijk in toom te houden of te stabiliseren. Je kunt je echter sterk afvragen of daarbij sprake is van diepere verwerking.

Ruppert denkt van niet. Hij ziet het ervaren van desillusie en het ontwikkelen van een reëel contact met zichzelf als een noodzakelijke voorwaarde voor echte verwerking. Alleen gezonde delen van de psyche die contact maken met de realiteit en geen illusies meer koesteren, kunnen hulpbronnen zijn om een trauma te verwerken. Overlevingsstrategieën vormen daarbij juist een belemmering.

Ook rituelen om het trauma kwijt te raken of verzoening met de dader ziet Ruppert niet als noodzakelijk voor het verwerken. Het gaat vooral om het weer in contact komen met jezelf en de eigen hulpeloosheid en zwakte te herkennen en toe te laten. Vandaar uit kan je meer constructieve relaties aangaan met anderen en stoppen om het weerkerende patroon van afwijzing te herhalen.

Bij andere therapeuten zoals Horney (1991) en Malan (1983) kwam ik hetzelfde tegen, namelijk dat het kunnen accepteren van de tekortkomingen en falen van anderen en het doorzien van de illusie van een ideale wereld de overgang betekent naar psychische gezondheid.

Eerder besprak ik dat er bij bevrijdende, gouden momenten in de therapie (blog 37) een verandering van innerlijke houding ontstaat: er komt een proces op gang door het op een bepaalde manier aangaan van moeilijke of pijnlijke herinneringen, waarna het loslaten van angst of boosheid volgt en er een natuurlijke ontspanning en een verbeterd contact tot stand komt.

Die innerlijke verandering waarbij echte verwerking van iets pijnlijks optreedt, zou ik nu preciezer beschrijven als het kunnen doorzien van het eigen onvermogen en het loslaten van verwachtingen van hoe iets had horen te gaan.

Overlevingsmechanismen en gevoeligheid voor suggesties

Een innerlijke verandering van houding kan niet ontstaan zolang iemand zijn pijnlijkste gevoelens van onvermogen op allerlei manieren uit de weggaat. Dit is echter geen bewuste keuze maar een manier van overleven die iemand uit noodzaak heeft aangeleerd.

Ruppert (2012) heeft overtuigend geschreven over de gevaren van het afsplitsen van psychische functies en dissociatie bij gevoelige kinderen. Hij merkte dat bepaalde mensen delen van hun psyche makkelijk kunnen uitzetten of afsluiten. Zijn idee is dat ze dit al vroeg geleerd hebben in het gezin van herkomst. Ze hebben een overlevingsmechanisme ontwikkeld waarbij het veiliger was om te doen wat anderen zeiden uit gevaar voor afwijzing, uitsluiting of verlies van liefde. Het was veiliger om hun angsten niet te tonen, hun onvermogen te verbloemen en te doen alsof alles goed ging.

Cliënten die gevoelig zijn voor suggestie zitten mogelijk nog steeds vast in dat overlevingsmechanisme. Ze hebben zich emotioneel weinig kunnen ontwikkelen uit angst voor uitsluiting en afwijzing. Vanuit dezelfde angst voor afwijzing doen ze dan ook heel graag wat een arts of therapeut hen adviseert.

Ze nemen soms alles aan en over van de therapeut, proberen alles uit wat de therapeut zegt en zijn bijna slaafs gehoorzaam in de hoop dat ze van hun klachten af kunnen komen. Als therapeut merk je dat je bij deze cliënten soms zeer omzichtig te werk moet gaan en het gevoel kan krijgen dat er maar erg weinig beklijft.

Uiteindelijk doen ze niet wat goed is voor hen zelf, maar wat goed is voor de therapeut. Vaak werkt dit ook even en zijn ze tijdelijk van hun klachten af. Pas als de onderliggende onveiligheid kan worden benaderd, kan een cliënt steeds vaker doen wat goed is voor hem zelf, en suggesties en adviezen van anderen op hun waarde beoordelen.

Blanchefleur Johnston    Blanchefleur Johnston

Literatuur
Horney, K. D (1991). Neurosis and human growth, The struggle towards self realisation. New York: Norton and Company.
Malan, D.H. (1983). Individuele psychotherapie. Houten: Bohn, Stafleu, van Loghum. Ruppert, F. (2012). Bevrijding van trauma, angst en onmacht. Op weg naar gezonde autonomie en liefde. Eeserveen: Uitgeverij Akasha.

57. Ruppert: bevrijding van trauma, angst en onmacht

Hoe kan therapie genezen 57.

Na de eenvoudige benadering van trauma’s door sommige wetenschappers ga ik graag in op de zeer interessante methode van Franz Ruppert (2012). Ruppert is een Duitse hoogleraar en psychotherapeut die veel ervaring heeft met psychotrauma. Zijn methode ‘Bevrijding van trauma, angst en onmacht, op weg naar gezonde autonomie en liefde’, maakte veel indruk op me.

Hij schrijft de oorsprong van psychische problemen toe aan traumatische gebeurtenissen in de familie die generaties lang kunnen doorwerken. Het kan zijn dat een cliënt zelf een of meerdere traumatische ervaringen heeft gehad, zoals het verlies van een moeder, vader, broer of zus, een scheiding, misbruik, geweld of een ernstig ongeluk. Het kan echter ook zijn dat vader, moeder, opa of oma zoiets heeft meegemaakt.

De gevolgen van een dergelijk trauma werken onbewust door in het gedrag van degene die het is overkomen. Een moeder kan bijvoorbeeld erg voorzichtig worden met een kind omdat ze eerder een kind verloren heeft. Ze kan zich erg gaan hechten aan haar andere kinderen, waardoor die veel meer worden ingeperkt in hun vrijheid dan nodig. Een jongen die vroeger regelmatig slaag heeft gehad, kan dit gewoon vinden en ook zijn eigen kinderen streng en met slaag opvoeden. Of het kan zich juist erg afzetten tegen een dergelijke opvoeding en zijn kinderen te veel vrijlaten. Je zou kunnen zeggen dat het trauma kan zorgen voor een overdreven of uitvergrootte reactie zonder dat je je daarvan bewust bent.

Zelf geeft Ruppert een verklaring die gebaseerd is op de therapie van familieopstellingen van Hellinger. Analoog daaraan spreekt hij van traumaopstellingen. Hij combineert dit met psychotherapie. Zijn ervaringen als psychotherapeut vind ik dermate waardevol en goed passen in de rest van mijn verhaal dat ik er graag over vertel.


Genezen door integratie van afgesplitste psychische functies

Hoe denkt psychotherapeut Franz Ruppert (2012) cliënten te genezen? Daarvoor moeten we eerst kijken naar zijn ideeën hoe de psyche functioneert. De psyche is een enorm complex geheel waarin diverse functies een rol spelen zoals waarnemen, geheugen, denken en voelen.

Het is de taak van een gezonde psyche om al deze taken te integreren. Psychische gezondheid is volgens hem dat we de werkelijkheid in al haar verscheidenheid, diepte, geladenheid en tegenstrijdigheid kunnen waarnemen en verduren.

Het gaat daarbij om een harmonische samenwerking van de emotionele functie, die de energie levert en de cognitieve functie die de uitvoering reguleert en evalueert. Hierdoor zijn we in staat om voortdurend en flexibel mee te bewegen met de stroom van veranderingen in de werkelijkheid.

De psyche heeft allerlei taken die gericht zijn op zelfbehoud en behoud van de soort. Een van de functies is daarbij ook dat het zich kan beschermen tegen een realiteit die te belastend of te schadelijk is. Op allerlei manieren kan de werkelijkheid verdraaid, vervaagd of op afstand gehouden of geblokkeerd worden.

Het tijdelijk uitschakelen, het niet hoeven voelen, dissociatie genoemd, kan gezien worden als een van de functies van een gezonde psyche. In bepaalde, moeilijke omstandigheden is dit beschermen tegen of vervagen van de werkelijkheid zelfs het centrale doel van de psyche.

Het uitschakeling of afsplitsen van bepaalde psychische functies leidt echter op langere termijn tot psychische klachten. De integratie van denken, waarnemen en voelen komt dan niet goed meer tot stand. Hierdoor kan een cliënt last kan krijgen van allerlei symptomen zonder te begrijpen waardoor dat komt.

De behandeling richt zich op hernieuwde integratie van de psyche en het herstellen van de functies die tijdelijk zijn uitgeschakeld. Allerlei afweermechanismen om de werkelijkheid buiten de deur te houden zijn dan niet meer nodig. Hoe dit in zijn werk kan gaan in therapie, zal ik vertellen.

Blanchefleur Johnston  Blanchefleur Johnston

Literatuur
Ruppert, F. (2012). Bevrijding van trauma, angst en onmacht. Op weg naar gezonde autonomie en liefde. Eeserveen: Uitgeverij Akasha.

55. Trauma als gevolg van inbeelding of suggestie

Hoe kan therapie genezen 55.

Sommige wetenschappers menen dat veel trauma’s in de jeugd eerder het gevolg zijn van inbeelding of fantasie dan van werkelijke, traumatische gebeurtenissen. Ik heb er zelf tamelijk veel moeite mee om zo te denken. Ik zie voor me hoe er nog steeds gedragswetenschappers bezig zijn een geïsoleerd stukje brein te bestuderen. Dat zijn misschien dezelfde wetenschappers die denken dat emotionele problemen ergens tussen je oren zitten.

Toch wil ik het idee dat trauma’s het gevolg kunnen zijn van inbeelding of fantasie verder toelichten, omdat het een belangrijke gedachtegang vertegenwoordigt. Je komt het nog regelmatig tegen bij bepaalde wetenschappers en psychologen.

De wetenschapper Merckelbach heeft bijvoorbeeld sterk het idee dat trauma’s te maken hebben met een grote fantasie of inbeeldingsvermogen. Hij legt zijn idee over oorzaken van jeugdtrauma’s uit in het artikel ‘Waar dissociatie vandaan komt, het schemergebied tussen waken en slapen’ (Van der Kloet en Merckelbach, 2010).

Het komt er op neer dat een jeugdtrauma volgens hem vaak geen trauma is, maar een gevolg van suggesties door een therapeut bij mensen die daar gevoelig voor zijn. Hij gaat er daarbij vanuit dat er een verband is tussen gevoeligheid voor suggestie en het vermogen tot dissociëren. Voor ik zijn bijzondere redenatie weergeef, zal ik eerst kort uitleggen wat dissociëren is.

Dissociatie kun je zien als het afstand creëren naar of afsplitsen van je gevoel zodat je het op dat moment niet hoeft te voelen. Dit wordt gezien als een verdedigingsmechanisme of afweermechanisme tegen nare emotionele of fysieke gevoelens (Freud, 1965). Dissociatie komt in lichte vorm bij iedereen wel voor, maar vooral, en in veel grotere mate, bij cliënten met ernstige psychische klachten. Het komt ook veel voor bij traumatische gebeurtenissen.

Dissociatie en automatische processen

Merckelbach twijfelt er echter aan of dissociatie een verdedigingsmechanisme is. Hij veronderstelt dat dissociatie eigenlijk een vrij normaal proces is. Iedereen doet dit in meer of mindere mate. Veel processen zijn gedissocieerd of afgesplitst. Ze vinden automatisch plaatst en dat is maar goed ook. Lopen, schrijven, typen, fietsen, sporten, autorijden kunnen we het best als we er niet bij hoeven nadenken.

Sommige mensen kunnen volgens Merckelbach veel makkelijker dissociëren dan anderen mensen. Zij kunnen veel processen onbewust of automatisch laten verlopen. Ze kunnen zich makkelijk overgeven en automatisch doen wat er gezegd wordt zonder er bij na te denken. Dit zijn vaak mensen die ook gevoelig zijn voor hypnose en suggesties, en vaak fantasierijk kunnen vertellen over hun verleden. Bij cliënten met ernstige psychische klachten komt deze combinatie van dissociatie, gevoeligheid voor suggesties en een beeldende fantasie veel voor.

De redenatie is dan dat deze cliënten zo gevoelig zijn voor suggestie dat ze therapeuten bijna onvoorwaardelijk geloven. De suggestie van de therapeut dat iemand door de opvoeding zwaar beschadigd kan zijn, roept bij dit type cliënten soms heftige reacties op. Dit wordt dan door therapeut als bewijs gezien dat de cliënt als het kind inderdaad getraumatiseerd is geraakt.

Merckelbach zegt dat trauma’s op deze manier makkelijk kunnen worden aangepraat via therapie. Of te wel, hij gaat er vanuit dat veel jeugdtrauma’s vooral voortkomen uit een rijke fantasie, gevoeligheid en verbeelding van kinderen.

In andere woorden, een cliënt is niet vatbaar voor suggesties omdat hij kwetsbaar is vanwege eerdere trauma’s zoals andere therapeuten menen. De cliënt is vatbaar voor suggesties omdat hij van nature al gevoelig en fantasierijk is. De emotionele problemen en trauma’s ontstaan daarbij door een te grote verbeelding van wat er werkelijk gebeurd is.

Door de suggestibiliteit en gevoeligheid van de cliënt worden relatief gewone gebeurtenissen, zoals afwijzing door een dierbare of te weinig aandacht van ouders, tot trauma’s benoemd. Trauma’s kunnen volgens hem daarom juist worden aangepraat of gesuggereerd.

Ik vind het belangrijk dat iedereen voor zich de woorden en ideeën van anderen op waarde weet te schatten. Ik noem zijn ideeën ook omdat hij volgens mij wel iets belangrijks toevoegt aan het begrip van verwerking van emoties. Ik laat Merckelbach nog even verder aan het woord. Hij gaat namelijk nog een stap verder en komt met een eenvoudige, interessante oplossing voor trauma’s.

Blanchefleur Johnston    Blanchefleur Johnston

Literatuur
Freud, S. (1965/1910). The Origin en Development of Psychoanalysis. Washington: Gateway Editions.
Kloet, D. van der, en Merckelbach, H.I.J.G. (2010). Waar dissociatie vandaan komt –  het schemergebied tussen waken en slapen, GZ-psychologie 7 (nov., 12 -21).